Kitesurfen voor het eerst op het olympisch programma

Waait het hard, dan weet je dat menig kitesurfer zich naar het Scheveningse strand haast om daar het water in te gaan. Al die kites in de lucht leveren een mooi kleurrijk geheel op. Wat je minder goed ziet, is hoe de kitesport aan het veranderen is. Dit heeft mede te maken met het feit dat de sport dit jaar voor het eerst onderdeel is van de Olympische Spelen van Parijs komende zomer.

Waar je op Scheveningen vooral kitesurfers voor de kust heen en weer ziet vliegen en toffe stunts ziet maken, ziet dit er op de Spelen anders uit. Bij het olympische kitefoilen draait het er namelijk niet om wie de hoogste sprong maakt of de mooiste truc doet. Het gaat erom wie als snelste om de boeien vaart, net als bij een zeilwedstrijd. Tijdens het Wereldkampioenschap Zeilen vorig jaar zomer kregen we hier al een voorproefje van. Het Nederlandse kitefoil team valt onder het Watersportverbond, dus ze zijn aangesloten bij het nationale zeilteam. De regel vanuit het IOC is dat er per klasse slechts één atleet per land naar de Spelen mag. Het kitefoilen heeft een mannen- en een vrouwenklasse, dit betekent dus dat er één man en één vrouw kans maakt op een ticket.

Strijd om olympisch ticket
Eén van die Nederlandse kanshebbers bij de mannen is de Scheveningse Sam Aben. Hij is lid van Jumpteam Scheveningen en zit heel dichtbij kwalificatie voor de Spelen in Parijs. Vorige week wist hij op het EK Kitefoilen in Los Alcárez, Spanje, op een vijftiende plaats te eindigen. Hiermee was hij dit EK de beste Nederlander, maar het was niet genoeg om het olympische ticket veilig te stellen. Toch kijkt Aben goed terug op het EK: “Ja, wat een week! We begonnen niet uiterst sterk moet ik zeggen. De eerste race was ik te vroeg over de lijn, dus dat is niet optimaal. Maar vanaf dat moment op die eerste dag kon ik van dag tot dag groeien en ging ik steeds beter presteren. Het is van belang om op de goede momenten slim te zijn. Met andere woorden, risico’s vermijden en op andere momenten juist risico’s nemen. De snelheid zat er heel goed in. Het kan allemaal nog wel wat netter. Maar de snelheid die we afgelopen winter hebben opgebouwd, daar zijn we gewoon heel erg blij mee. Dat belooft veel goeds voor dit komende seizoen.”

Deze maand heeft Aben een laatste kans zich te kwalificeren voor de Spelen, op de ‘last change regatta’ in Hyerés, Frankrijk. De kans dat een Nederlandse man zich nog kwalificeert is klein, en mocht het lukken dan verwachten ze niet in de prijzen te vallen. Aben zegt hierover: “Jazeker kijken we naar een kwalificatie voor de Olympische Spelen van 2024. Dat is een stop op weg naar goud in 2028.”

Op die Olympische Spelen van 2028 in Los Angeles, dan willen de Nederlandse mannen er echt staan en natuurlijk meedoen voor de medailles. Bij de vrouwen heeft de Nederlandse Annelous Lammerts zich gekwalificeerd. Zij zat al bij de wereldtop voordat het kiten olympisch werd, maar dit was nog in een andere discipline, het freestylen. In een interview blikt Lammerts terug op haar switch van freestyler naar olympisch kitefoiler: “In het begin was het gewoon leren foilen. Je hebt een andere techniek en gebruikt andere kites. Maar daarna was het vooral de tactiek, de strategie, de wind kunnen lezen. Dat was echt compleet nieuw. Iedereen gaat ongeveer even hard, en dan moet je de beste beslissingen nemen terwijl je met zestig kilometer per uur over het water vliegt.”

Zo is de kitesport aan verandering onderhevig. Maar de vrolijk gekleurde kites die de Scheveningse kust kleuren bij harde wind, die zullen niet snel verdwijnen. Ze gaan hoogstens wat sneller over het water.

Tekst: Anke Haadsma