Plechtige plaatsing van stolpersteine in Scheveningen
AlgemeenDonderdag werd weer een serie van de zogenoemde ‘stolpersteine’ (letterlijk: struikelstenen) geplaatst in diverse straten binnen het Stadsdeel Scheveningen. In totaal werden er maar liefst zeventien steentjes met messingbeslag ingestraat.
Het instraten van de stolpersteine bracht acht kleine plechtigheden met zich mee waarbij familie en buurtbewoners stil stonden bij de gedeporteerde slachtoffers.
Aan de Badhuisweg werd ter hoogte van nummer 48 één steen geplaatst voor de toenmalige bewoonster Ester Bego. De vroedvrouw werd 34 jaar en stierf op 14 september 1942 in Auschwitz.
Aan de Bosschestraat 117 werd een steen ingestraat voor Henriette Czopp-Katz. Zij werd gedeporteerd naar Auschwitz, waar zij op 27 augustus 1943 stierf.
In de Brugsestraat werden drie stenen geplaatst voor de familie Van den Bergh. Simon van den Bergh stierf in maart 1945 in Bergen-Belsen, zijn vrouw Seraphina Knurr kwam in mei 1945 om het leven in Tröbitz. Dochter Elsa, die de oorlog overleefde, kreeg ook een steen.
In de Dirk Hoogenraadstraat werd ter hoogte van nummer 132 een stolperstein geplaatst voor verzetsslachtoffer Christiaan Jansen. Hij overleed in mei 1945 in Bergen-Belsen.
In zowel de Hasseltsestraat als de Maastrichtsestraat werden vier stenen ingestraat. In de Hasseltsestraat was dit ter hoogte van nummer 46 voor de familie Bever. Vader Barend, moeder Roosje, de 13-jarige Sara en de 9-jarige Emanuel kwamen in oktober 1944 om in Auschwitz.
Voor de familie Jas werden de vier stenen in de Maastrichtsestraat ter hoogte van nummer 106 geplaatst. Vader Benjamin, moeder Elizabeth, de 18-jarige Eduard en de 5-jarige Hester kwamen allen om in Sobibor in 1943.
Voor de woning aan de Galvanistraat 77 werden twee stenen geplaatst voor het echtpaar Moses. Jacob en zijn vrouw Rosa stierven beide in 1943 in Sobibor.
Tot slot werd er één steen gelegd aan het Sweelinckplein. Ter hoogte van nummer 35 werd een stolperstein geplaatst Samuel Henriquez de Granada. Hij stierfop 11 augustus 1944 in Theresienstadt.
In totaal werden er tijdens deze serie zeventien stolpersteine geplaatst in het stadsdeel Scheveningen en nog eens elf elders in Den Haag. Momenteel liggen er in Den Haag 360 stolpersteine.
De stolpersteine zijn bedacht door de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. De herdenkingssteentjes van 10 bij 10 centimeter worden aangebracht in het trottoir voor de huizen van Joden die door de nazi’s verdreven, gedeporteerd en vermoord zijn, maar ook voor huizen van onder meer Roma en politieke vervolgden. In het messingplaatje op de steen staan naam, geboortedatum, deportatiedatum en plaats en datum van overlijden.
