Afbeelding
Foto: Marco Zwinkels

"Het is echt een evolutieproces geworden"

Zijn strandbeesten baren opzien over de hele wereld, van tentoonstellingen in Japan tot een brainstormsessie bij NASA, kunstenaar en uitvinder Theo Jansen heeft menig hart weten te veroveren met zijn PVC-dieren, die vanuit een bevlieging in de jaren 90’ uitgroeide tot zijn levensmissie.

Theo werd geboren als laatste kind van een gezin met elf kinderen in het toenmalig Katholieke blok in Scheveningen, in de buurt van de Nieuwe Laantjes en de Jacob Pronkstraat. “Ik heb daar een hele leuke jeugd gehad, zo erg zelfs, dat toen ik via mijn middelbare school uiteindelijk natuurkunde in Delft ging studeren, ik altijd heb terugverlangd naar Scheveningen.” En zo kwam het dat hij na ongeveer 44 jaar in Delft te hebben gewoond, nu sinds bijna 9 jaar weer terug is op Scheveningen. “Ik ben terug naar mijn roots gegaan. Ik heb een soort obsessieve hang naar mijn jeugd en die beleef ik hier opnieuw. Ik loop vaak door die oude straatjes waar ik ben opgegroeid en dan komen er allerlei herinneringen boven. En ik wandel of fiets bijna elke dag over het strand en door de duinen en dan voel ik me geweldig. Ik heb heel veel met Scheveningen”, vertelt de kunstenaar.


Van piloot tot kunstenaar

Hoewel zijn strandbeesten wereldberoemd zijn, vertelt Theo dat hij in eerste instantie geen kunstenaar wilde worden maar piloot. “Ik was zelfs al begonnen met vlieglessen maar mijn ogen waren niet goed genoeg, dus dat ging toen allemaal niet door. Toen ben ik natuurkunde gaan studeren in Delft, maar daar bleek dat ik toch meer kunstenaar was dan ingenieur.” Hoewel hij zich na zijn studie in eerste instantie bezighield met schilderen, kreeg hij begin jaren ‘80 het ludieke idee om een vliegende schotel te maken die echt kon vliegen. “Die heb ik gemaakt en die is over Delft heen gevlogen, het hele land lag in rep en roer”, vertelt de kunstenaar geamuseerd. “Daar is toen een reportage over gemaakt en daarmee ben ik even beroemd geweest in Nederland. Dat bracht voor mij zoveel teweeg dat ik me niet meer kon concentreren op de schilderkwast, in plaats daarvan ben ik meer machines gaan maken”, lacht hij.


Rond die tijd schreef hij ook als columnist voor de Volkskrant. “In die stukjes schreef ik vaak over fantasietjes. Eén van die stukjes in 1990, ging over geraamtes op het strand die zand moesten scheppen om de duinen op te hogen, om ons te beschermen tegen het water. Dat idee bleef me fascineren. Dus ben ik op een mooie dag in september naar de Gamma gegaan om elektriciteitsbuisjes te halen. Nadat ik daar een middag mee had gespeeld, en zag hoeveel ermee mogelijk was, besloot ik een jaar van mijn leven aan die buisjes te geven. Dat was een beetje ijdele hoop, die nog steeds niet bewaarheid is.”


Evolutieproces

Nog voor het eerste strandbeest het licht zag, werd de kunstenaar gegrepen door het boek ‘De blinde horlogemaker’ van Engels zoöloog Richard Dawkins. In het boek haalt Dawkins enkele markante voorbeelden van de evolutie aan. “Die voorbeelden waren een waar wonder, maar tegelijk heel logisch. Ik wilde de evolutie graag met eigen ogen aanschouwen.” Daarom bouwde hij in eerste instantie simpele beestjes in een computer, die uit een lijn van vier segmenten bestonden. Daarna experimenteerde hij met een soort vierkante loopbeestjes. Dat lopen werd een fascinatie en daarop besloot hij op een dag om naar de Gamma te gaan om de proeven voort te zetten met elektriciteitsbuisjes. De verbindingen tussen de buisjes waren de eerste grote uitdaging. In het begin gebruikte de kunstenaar plakband, vervolgens tie-wraps en later dacrontouw om de buizen te verbinden.


Het is een echt evolutieproces geweest, vertelt de uitvinder. “In het begin dacht ik echt dat ik een soort god was, dat ik mijn intelligente ideeën kon realiseren, dat ik het alleen maar hoefde te bedenken en dan in materie te gieten. Ik ging op die manier een nieuwe natuur scheppen. Maar toen bleek in de loop der tijd, dat de ideeën die ik had meestal niet werkten. Ik moest een bescheidener rol innemen. Tegenwoordig sta ik op met een fantastisch idee en dan ga ik dat uitproberen op het strand. Het mooie aan die buisjes is, dat je er al in een uur iets mee kan bouwen, je ziet meteen of het werkt – en het werkt eigenlijk nooit. Maar de volgende dag sta ik op met een nieuw idee en zo ontstaat een kronkelig onvoorspelbaar pad, dat niet door mij wordt bepaald maar door de buisjes. Het is echt een ontstaansproces, een evolutieproces geworden. Ik ben geen god meer maar een slaaf die al het werk mag doen”, vertelt de kunstenaar over zijn werkproces. Maar die rol neemt hij met liefde op zich. “Ik ben dan wel slaaf van de buisjes maar je kunt je voorstellen dat ik een geweldig leven heb: ik sta ’s morgens op, ik fiets naar het strand en ik klungel daar de hele dag met buisjes. Ik kan me geen beter leven voorstellen eigenlijk”, glimlacht de kunstenaar.


Overleven

Momenteel werkt Theo in zijn winterwerkplaats in Ypenburg, waar hij een kunstmatig strandje tot zijn beschikking heeft om zijn nieuwste ontwikkelingen te testen. Maar de strandbeesten horen natuurlijk op het strand. “Komende zomer ga ik werken aan een kudde strandbeesten die elkaar vasthouden, als overlevingsstrategie, zodat ze elkaar overeind houden bij harde wind. Ik werk ernaartoe dat de beesten de gevaren van het strand allemaal gaan overleven – zoals bedolven worden onder opwaaiend zand of vastlopen in de branding – in de ijdele hoop, dat ze tegen het eind van mijn leven tegen al die gevaren opgewassen zijn en echt als zelfstandige dieren kunnen leven. Ze kunnen nu al veel, maar ze kunnen eerlijk gezegd nog geen vijf minuten zonder mij.”


Inmiddels heeft hij al meer dan 50 beesten gemaakt, "nu zit ik met een opslagprobleem. Ik maak eigenlijk geen nieuwe beesten meer maar ik reanimeer oude beesten. Meestal vervang ik de krukas (ruggengraat) en de voetjes, die slijten snel. De basisstructuur, de loopeenheid van 12 poten die zelfstandig kan lopen, die blijft. Wat er verandert is de configuratie. Het nieuwe beest wordt waarschijnlijk een combinatie van een rups en een loopbeest”, vertelt hij.


Wie zijn strandbeesten graag in het echt wil zien, kan zijn hart ophalen tijdens de beeldententoonstelling op het Lange Voorhout komende zomer, waar een van zijn bijzondere creaties te bewonderen zal zijn. Ook organiseert Theo van juni tot oktober weer zijn geliefde ‘strandsessies'. Tijdens de sessies geeft Theo uitleg over de nieuwste ontwikkelingen, is het strandbeest lopend te zien en is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Geïnteresseerden kunnen zich inschrijven op www.strandbeest.com en krijgen de dag voor de sessie een e-mail met de tijd en locatie.


                                          Tekst: Sophia van Tol

Theo Jansen