Afbeelding
Foto: W.M. den Heijer

Garnalenvissers ervaren hetze van milieuorganisaties

Behalve de vloot boomkorkotters die gestaag vermagert, kampen nu ook garnalenkotters met problemen die volgens hen het gevolg zijn van een absurde houding van diverse milieuorganisaties. De garnalenvissers krijgen de indruk dat zij de dupe zijn van een bewuste hetze tegen alles wat maar een net voortsleept in zee.

Vijftien milieuorganisaties hebben zich verenigd om de gedoogvergunning voor garnalenvissers aan te vechten. De vissers mochten tot eind vorig jaar in zogenaamde Natura-2000 gebieden vissen. De Zeeuwse Voordelta is daar een voorbeeld van, maar er zijn er nog veel meer langs de Nederlandse kust. Ook aan land. De nieuwe vergunning, bedoeld om vanaf januari weer voor enkele jaren te kunnen vissen in deze gebieden, is onlangs door de overheid gekoppeld aan de stikstofuitstoot. Garnalenvissers zijn daarom verplicht om hun stikstofuitstoot, als deel van de totale emissie, met meer dan 95% te reduceren. Dat kan weliswaar, maar dat kost minimaal 100.000 euro aan investering. 

Het plaatsen van een nabehandelingssysteem om de stikstofuitstoot te reduceren, vergt tijd. De vloot telt grofweg zo'n 165 garnalenkotters plus enkele Eurokotters, die incidenteel op garnalen vissen. Minister Adema heeft daarom een gedoogperiode van negen maanden ingelast. Zelfs die periode is niet toereikend genoeg om de hele vloot te voorzien van een nabehandelingssysteem. Daar is veel meer tijd voor nodig. 


De milieuorganisaties stellen nu ook dat garnalenvisserij schadelijk is voor de zeebodem. "Er is hier echter nergens bewijs dat de door garnalenvissers toegepaste vistuigen schade aanrichten aan de zeebodem. Als die milieuclubs hun zin krijgen, is het over en sluiten voor ons", aldus Arie Rog van de SCH-10.