Afbeelding
Foto: Dick Teske

Chauffeurs Welzijn Scheveningen: nood op de bus

De vrijwillige chauffeurs van Welzijn Scheveningen maken zich grote zorgen om de veiligheid en het welbevinden van ouderen tijdens ritten. Sinds de vervoerder Noot deze taak van Welzijn Scheveningen overnam regent het klachten over het behandelen van de reizigers op leeftijd. Problematisch daarnaast, zo vinden de chauffeurs, is het afwezig zijn van een extra begeleider op de bussen van Noot. En dus moet er iets gebeuren, zeggen zij.

De Scheveninger sprak met vijf zeer betrokken chauffeurs: Gerard van der Ark, Hans van den Heuvel, Peter Spijk, Tom den Hertog en Joost van der Aalst. De mannen lusten een gortdroge grap, maar tegelijkertijd zijn ze boos. Boos op de gemeente die de aanbesteding van het ouderenvervoer aan Noot, onder de naam AV 070, gunde. Met alle gevolgen van dien. Ooit deden 36 man, inclusief begeleiders, het ouderenvervoer van Welzijn Scheveningen. Nu zijn er nog maar twaalf over, waarvan sommigen fulltime rijden en anderen enkele keren per week. “Het gaat om groepsvervoer in Scheveningen zelf, waarmee we ons onderscheiden van de Wijkbus”, zegt Joost van der Aalst.

Het busvervoer van Welzijn startte in 2017 als middel om ouderen naar de dagbesteding van Respect te brengen. Tot 2019 ging dat goed. Van twee ging het naar acht bussen, die vijf keer per week reden. Men had er een fulltime dagtaak aan. “We haalden de mensen ’s morgens op en brachten ze ’s middags weer thuis. Tussendoor deden we ziekenhuisritten.” Tom den Hertog: “Onze doelgroepen waren mensen met een fysieke of geestelijke beperking. In de bus hebben zij meer aandacht nodig, dus reden we altijd met twee man op de bus. Sommigen kun je namelijk niet alleen laten tijdens de rit of wanneer je een ander tot aan de deur brengt.” “Of een klant kan onwel worden”, voegt Joost toe.


Aanbesteding

“Onveilige situaties kunnen ontstaan, waar je als chauffeur geen kijk op hebt vanachter het stuur.” Tom: “Hier gaat het nu dus mis.” De gemeente wilde slechts één vervoerder hebben die het doelgroepenvervoer op zich nam en waarvan iedereen met een Wmo-achtergrond, dus ook jongeren met een beperking, gebruik kan maken. Dat werd in 2020 de firma Noot. Tom: “Het gaat ons niet om Noot, maar om hoe het vervoer nu geregeld is. Dat voldoet niet aan de eisen en voorwaarden die wij stellen. Zo zijn er geen twee mensen op de bus, er is geen tijd meer voor een praatje met de klanten, mensen worden niet meer van deur tot deur afgeleverd. Het pakket eisen waar wij mee werkten is nu juist zo belangrijk, want het gaat om de menselijke maat. En die ontbreekt nu. Noot won de aanbesteding door het goedkoopste bod te doen, dus daar kan je geen kwaliteit van verwachten.”


Klachten

“Ouderen zijn nu pakketjes die bezorgd moeten worden”, zegt Gerard. Na 2020 mochten de chauffeurs van Welzijn nog een jaar doorrijden, toen kwam corona. Ze reden ritten naar de vaccinatiestraat of brachten soep van restaurants naar de mensen thuis. Respect kon niet meer zelf kiezen voor een vervoerder van hun cliënten; de Wmo-financiën voor vervoer waar de gemeente over gaat gingen naar Noot en daarmee droogde dit geldkanaal voor Welzijn op. Tom: “Nu kunnen we alleen nog de mensen brengen en halen voor een bezoek aan restaurant, lunchroom of de boulevard. Dit soort ritjes zijn juist zo belangrijk, omdat er veel eenzaamheid is onder ouderen.”

Inmiddels is er een reeks klachten van zorginstellingen, begeleiders en familieleden over chauffeurs van Noot, omdat die geen tijd besteden aan het welzijn van hun klanten. Toch veegde verantwoordelijk wethouder Kavita Parbhudayal alle kritiek op het functioneren van Noot en de gevolgen van de aanbesteding van tafel. De chauffeurs van Welzijn vroegen wegens de klachtenregen een evaluatie aan van Noot, maar daar kregen ze tot op heden geen reactie op. Tijdens een nieuwe aanbesteding in 2022 voerden ze pleidooi om het doelgroepenvervoer weer aan Welzijn Scheveningen te gunnen, zonder succes. Joost van der Aalst: “We vroegen daarbij om een vergelijk tussen Noot en ons. Tot op de dag van vandaag zijn we erover aan het bakkeleien met de gemeente. En dan heeft Noot ook nog eens een personeelstekort, nota bene. Maak dan gebruik van vrijwilligers!”


Oplossing gewenst

Meerdere instanties als de ombudsman meldden dat er veel problemen zijn met vervoer door Noot. Tom den Hertog: "Als er zoveel mis is, moet je toch eens gaan nadenken over een oplossing. Het gaat ons niet om ons werk, maar om de manier waarop het doelgroepenvervoer nu gedaan wordt door Noot. Onze eisen aan de gemeente zijn simpel: zet weer twee mensen op de bus, liefst met voor de klanten bekende gezichten die een praatje mogen en kunnen houden. Het gaat niet om ons. Als het vervoer van Noot voldoet aan wezenlijke eisen, is het wat ons betreft goed.”


Constructief

Wethouder Parbhudayal ervoer het gesprek met de chauffeurs zelf als prettig en constructief. “Dat de uitkomst van het gesprek de heren niet bevalt, is spijtig. Op basis van de aanbestedingswet zijn wij als gemeente verplicht om dit doelgroepenvervoer Europees aan te besteden. Bij die aanbesteding hielden wij rekening met de specifieke belangen van verschillende doelgroepen, zoals ouderen.”

De wethouder vervolgt: "Vanwege de veiligheid mogen wij dit vervoer niet onderbrengen bij vrijwilligers, maar alleen bij professionele chauffeurs. In het programma van eisen bij de aanbesteding is opgenomen dat vervoer van huiskamer tot huiskamer kan plaatsvinden, dat betekent dat mensen tot achter de voordeur worden gehaald en gebracht. Ook kan een familielid, mantelzorger, buurvrouw of buurman gratis meerijden als dat nodig of gewenst is. Met onze Wmo-vervoerder AV070 zijn we bovendien in gesprek om dit ook voor het dagbestedingsvervoer geregeld te krijgen. Daarnaast bekijken wij de mogelijkheden van een proefproject op Scheveningen, rekening houdend met de wensen van de vrijwillige chauffeurs van Welzijn Scheveningen. Uiteraard hebben wij begrip voor de emoties van deze vrijwillige chauffeurs. Het toont hun betrokkenheid. Helaas trekken zij, mogelijk door die emoties, conclusies die wij als gemeente niet delen.”



Tekst: Harry Oosterveen