Duinen, Meijendel
Duinen, Meijendel Foto: Dick Maalsen

Duinen missen natuurlijk beheer van konijn

De duinen missen een levensvatbare populatie konijnen voor het natuurlijk beheer van de duinen langs de Hollandse kust. Dat blijkt uit promotieonderzoek aan de Wageningen University & Research (WUR) van ecoloog Harrie van der Hagen in opdracht van Dunea.

Door verschillende oorzaken, waaronder te veel stikstofneerslag, is de vegetatie in de Nederlandse kustduinen de afgelopen vijf decennia veranderd, met verlies aan lokale biodiversiteit tot gevolg. Als maatregel is in veel gebieden begrazing ingevoerd met grote grazers. Zo ook in Meijendel, het waardevolle duin- en waterwingebied tussen Den Haag en Wassenaar.

Vee minder effectief dan verwacht

Van der Hagen, ecoloog bij Dunea, onderzocht de ontwikkeling van de vegetatie in Meijendel sinds de introductie van vee en kwam na jarenlang onderzoek tot een opvallende conclusie: De afname van de konijnenstand, de afname van de stikstofdepositie sinds 1990 en veranderingen in het klimaat, bleken belangrijker voor het gedeeltelijke herstel van de biodiversiteit dan het effect van begrazing met vee. 

"De duinen missen vooral het natuurlijke beheer van konijnen,” verklaart Van der Hagen. "Waar vee bij toeval kiemplanten van bomen en struiken eet, zoeken konijnen deze eiwitrijke bronnen van voedsel stelselmatig op. Ook missen we het positieve effect van de graafactiviteiten van konijnen. Het aantal konijnen moet omhoog om hen weer te laten heersen over de kalkrijke kustduinen van Meijendel", concludeert Van der Hagen.

Dunea wil met de provincie Zuid-Holland bespreken hoe ze de konijnenpopulatie verantwoord kunnen laten groeien. “Het verplaatsen van konijnen vanuit plaatsen waar ze nog talrijk zijn, ligt voor de hand. Dat moet uit een natuurlijke duinomgeving zijn, zodat ook de jonge konijnen leren om uit klauwen van bijvoorbeeld roofvogels en vossen te blijven. Ervaren konijnen weggevangen van sportterreinen en introduceren in onze duinen zou dan een win-win situatie zijn, want op de sportterreinen worden hun knaag- en graafactiviteiten juist als overlast ervaren. Met een inenting en een veilige schuilplek kunnen konijnen binnen twee jaar weer uitgroeien tot een levensvatbare populatie.”