Afbeelding
Foto: HO

Ramp met marineschip Adder groots herdacht

De grootste ramp bij de Koninklijke Marine in vredestijd is tegelijkertijd de meest onbekende. Op de avond van 5 juli 1882 ging het verdedigingsvaartuig Zr. Ms. Adder kopje onder op 4,5 mijl voor de Scheveningse kust, waarbij 65 opvarenden het leven lieten. Hoewel de ramp destijds landelijke en lokale impact had, is de ondergang van de zogenoemde rammonitor na 140 jaar praktisch vergeten. Op 5 juli houdt de Stichting Gedenkteken Zr. Ms. Adder een herdenking in de Oude Kerk, op de boulevard en op zee met een kranslegging.

Initiatiefnemer is het bestuur van de Stichting Gedenkteken Zr. Ms. Adder. Zij organiseert de herdenking voor de derde maal. De eerste vond plaats in 2015, de tweede in 2017. "De ramp met de Adder is bij het grote publiek onbekend”, begint voorzitter Richard Schmüll. "In 1982 was het 100 jaar terug en geconfronteerd met deze gebeurtenis greep het verhaal me zo aan dat ik er bezig mee bleef. In 2012 ging de boulevard op de schop. Dat leek ons de juiste gelegenheid een monument op te richten ter nagedachtenis aan de 65 opvarenden. Niemand die op de boulevard loopt heeft namelijk een flauw benul dat op enkele mijlen afstand dat schip op de bodem ligt van de Noordzee.” Het gedenkteken, waar straks een krans komt te liggen, is een rotsblok met daarop een bronzen gedenkplaat. Erachter bevindt zich een holte met daarin een koker met de namen van de slachtoffers.


Nabestaanden

De focus van deze herdenking ligt deze keer niet zozeer op de ramp zelf, maar op de bemanning. Bestuurslid Jan Kees van Dalsen dook daarvoor in de geschiedenis van de crew en tegelijkertijd in onder meer het Nationaal Archief om de identiteit van de omgekomenen te achterhalen en te verifiëren. "Nu weten we van elk bemanningslid diens voorgeschiedenis”, aldus Jan Kees. "Door mijn onderzoek kwamen ook nabestaanden in beeld, waarvan er enkele aanwezig zullen zijn bij deze herdenking. Het gaat dan bijvoorbeeld om achterachterkleinkinderen van de slachtoffers. Voor hen is het een ongemakkelijk verhaal. Destijds is er een hoop onder het tapijt geveegd.”

Middels herdenkingen hopen Jan Kees en Richard de belangstelling voor de vergeten ramp op te wekken. Met de komende ceremonie pakken ze dan ook goed uit. “De Koninklijke Marine en de Kustwacht maken hun opwachting”, vertelt Richard. “Een patrouillevliegtuig en een helikopter van de kustwacht doet een flypast, een mijnenjager komt voor de kust te liggen en het Kustwachtschip Barend Biesheuvel ligt straks boven het wrak. Vanaf het dek ervan vindt ook een kranslegging plaats. Burgemeester Van Zanen is present, net als de KNRM. Muziek komt van de Tamboers en Pijpers van het Korps Mariniers. Alle Scheveningers zijn welkom, graag zelfs. De herdenking begint om 17.00 uur in de Oude Kerk met een aantal sprekers. Om 18.30 uur zijn de kransleggingen bij het monument en op zee. Er is een minuut stilte en daarna volgt het Wilhelmus. Het wordt een mooie, stijlvolle herdenking en we hopen op een grote opkomst.”


Schuldvraag

De directe oorzaak van het zinken van de Adder, onderweg van IJmuiden naar Hellevoetsluis voor een trainingsmissie, is onduidelijk. In ieder geval speelden het plots opsteken van een stevige wind en hoge golfslag een grote rol. “Toen de wind van richting veranderde en aantrok, ging het 's avonds omstreeks 21.10 uur mis”, verhaalt Richard. “Wij denken dat golven de koekoeken op het dek kapot sloegen, waarna koud zeewater de hete stoomketel van de Adder deed ontploffen. Duikers bevestigden ons dat er een groot gat in de bodem van het wrak zit. Dat stond niet in de rapporten van destijds. De duikers die toentertijd het wrak al snel terugvonden op 21 meter diepte, maakten geen melding van een gat. Uiteindelijk draait het allemaal om slechte communicatie. Die was binnen de marine ondermaats. Ook buiten het ministerie ging het fout. Mensen die de ramp zagen gebeuren, zoals een wachtpost op de vuurtoren, ondernamen geen actie. Een vissende bomschuit bood nog hulp aan, maar daar ging men op de Adder niet op in. Uiteindelijk denken we dat de meest verantwoordelijke voor de ramp toch de commandant is. Die vertrok te laat uit IJmuiden waardoor het tij en het weer later op de dag zich tegen de Adder keerden, probeerde te laat terug te keren naar IJmuiden, riep te laat de hulp van een sleepboot in en wilde geen hulp van de visser.”

Toch valt de marine het nodige aan te rekenen. Jan Kees van Dalsen: “Ze stuurde de niet zeewaardige rammonitor, een lage drijvende bak met geschutstoren, bedoeld voor verdediging van de kust en riviermonden de zee op. Van de Adder was bekend dat het schip ook nog eens slecht stuurde.”

De zaak mag dan tot op zekere hoogte niet helemaal gesloten zijn, naar aanleiding van de ramp ontstonden wel de Koninklijke Vereniging van Marine Officieren en de Kustwacht. “Dat is het enige goede dat uit de ramp met de Adder voortkwam”, besluit Richard Schmüll. 

De live stream is te bekijken via: www.oudekerkscheveningen.nl/media 


Tekst: Harry Oosterveen