Afbeelding
PR

Dierenambulance op scherp door vogelgriep

Angelo Rens, de nieuwe directeur van de Dierenambulance Den Haag, is nog maar een maand in functie, of hij moet met zijn team alle zeilen bijzetten vanwege de vogelgriep die ook in Den Haag huishoudt. “Blijf bij besmette dieren vandaan, ook met je huisdieren.”

“Het vraagt veel van onze vrijwilligers”, zegt Angelo Rens, die al zeven jaar bij de Dierenambulance werkt. “Maar het is heel erg belangrijk, ook om te voorkomen dat het virus overslaat naar andere dieren.”


Sloom 

In oktober vorig jaar werd de vogelziekte officieel vastgesteld in Nederland. Het is een jaarlijkse terugkerend virus dat door trekvogels naar ons land wordt gebracht. Hoewel het dit jaar in Europa heftiger dan ooit is, merkt Rens niet veel verschil met andere jaren. De Dierenambulance rukt een paar keer per week uit voor besmette dieren. In Scheveningen en Den Haag raken daarbij vooral watervogels besmet zoals eenden, ganzen en zwanen. Elders in het land worden ook vossen, marters en andere kleine zoogdieren aangetroffen die waarschijnlijk besmet waren met het virus. Ook voor honden en katten is het virus gevaarlijk. Zij kunnen het virus oplopen als ze een dode of besmette vogel aanraken of opeten.

Hoewel niet alle wilde vogels ten prooi vallen aan het virus, kan een besmetting razendsnel gaan. Vaak binnen een paar dagen, maar soms zelfs al na enkele uren zijn dieren geïnfecteerd. Sloom zijn ze dan, en ze maken geen geluiden meer. Soms krijgen ze ook oogontstekingen. Diezelfde symptomen kunnen gezelschapsdieren krijgen. Rens waarschuwt mensen om vooral zelf de vogels niet aan te raken. “Blijf er vandaan, voor je het weet zit het virus op je handen of schoenen en besmet je er bijvoorbeeld je huisdier mee."


Hospitaal 

Rens heeft het idee dat de griep elk jaar wat langer duurt. “Ik kan het niet staven, maar het lijkt wel alsof het steeds eerder begint en later ophoudt.” Als er ook maar enig vermoeden bestaat dat het bij de melding om vogelgriep gaat, doen de ambulancemedewerkers beschermende kledij aan, zoals wegwerpoveralls, mondkapjes, overschoenen en handschoenen. Zieke of dode vogels worden vervolgens altijd afgemaakt om verdere verspreiding van het virus te voorkomen. Na de hulpverlening moet de ambulance worden schoongemaakt met desinfectiemiddel.

Naast vogelgriep kunnen mensen uit Den Haag en buurgemeenten de Dierenambulance bellen voor huisdieren, bijvoorbeeld een aangereden kat, een ontsnapt konijntje of een weggelopen hond. Maar de ambulances rijden ook uit voor in het wild levende dieren, zoals vogels, egels, vossen of reeën. Huisdieren gaan mee naar het eigen hospitaal op de grens van Wassenaar. Wilde dieren worden naar gespecialiseerde opvangcentra gebracht.


Verkeersslachtoffers

"Het grootste deel van de dieren die wij ophalen, zijn verkeersslachtoffer, ziek of verdwaald”, vertelt Rens. "Maar je kan ook denken aan beknelde dieren of vogels die een winkel zijn ingevlogen en in paniek raken. Geen dag is hetzelfde voor onze chauffeurs. Je weet nooit wat je tegenkomt.” In de jaarcijfers lijkt alles eerlijk verdeeld over de Haagse stadsdelen. Scheveningen valt uiteraard wel op als het gaat om zeehonden op het strand. "Die komen meestal alleen even aan land om uit te rusten. Als ze gekromd liggen, als een banaan, is er bijna nooit iets mis. Als ze plat op hun buik liggen vaak wel.”

De Dierenambulance krijgt geld van de gemeente om de wettelijke taak van het ophalen en verzorgen van gewonde dieren uit te voeren. “Maar dat is niet genoeg om alle kosten te dekken”, zegt Rens. Donateurs en fondsen moeten de rest bijleggen. “De afgelopen jaren is dat niet goed gelukt”, vertelt de directeur. “We hebben daarom flink aanspraak moeten maken op onze financiële reserves. Ik zie het dan ook als één van mijn belangrijkste taken om de organisatie weer kostendekkend te maken.”


Oudste dierenambulance

Rens volgde op 1 december jongstleden Ninouk Vermeer op, die aan de slag ging bij Natuurmonumenten. De nieuwe directeur werkt al sinds 2015 bij de Dierenambulance, eerst als chauffeur en daarna in verschillende kantoorfuncties, waarvan de afgelopen anderhalf jaar als afdelingshoofd Bedrijfsvoering. Grote veranderingen hoeven de medewerkers niet te verwachten. “Ik was de afgelopen jaren betrokken bij alle beslissingen. Het zou heel raar zijn als ik nu mijn eigen werk weer ga afbreken.”

De Stichting Dierenhospitaal en Ambulancedienst ’s-Gravenhage, zoals de organisatie voluit heet, bestaat precies 50 jaar en is daarmee de oudste dierenambulance van ons land. Bij de organisatie werken 180 vrijwilligers. Daar moeten er nog zo’n 40 bij, vertelt Rens. “Ook wij voelen de krapte op de arbeidsmarkt, maar we geven natuurlijk niet op. We zoeken mensen die zich willen ontwikkelen tot ambulancechauffeur of centralist op de meldkamer. Belangstellenden kunnen in maart meedoen aan een basiscursus.” De gratis basisopleiding bestaat uit vijf dagdelen waarin je van alles leert over het werk van de organisatie, huisdieren, wilde dieren en EHBO voor dieren.


Tekst: Gerard van den IJssel

Afbeelding