Afbeelding
Beeld: Dick Teske

“We begonnen met vier man en een bakfiets”

De Buurtbeheer Maatschappij Scheveningen bestaat dit jaar precies 25 jaar. Vanwege de coronamaatregelen moest een groots jubileumfeest helaas uitblijven, maar er wordt toch even stilgestaan bij de mooie mijlpaal van dit bijzondere Scheveningse project.

Op 13 juni 1996 werd de Buurtbeheer Maatschappij Scheveningen (BMS) opgericht. Jaap Spaans stond aan de wieg van de BMS. “Even daarvoor werden onder andere Huib Hoogenraad, Mieke Verweij, Berber de Haan en ikzelf uitgenodigd door de toenmalige stadsdeelcoördinator Ineke van der Meer. Er was vanuit het College de vraag gekomen om een buurtbeheerbedrijf op te richten om langdurig werklozen in bepaalde Scheveningse wijken van werk te voorzien én tegelijkertijd de leefbaarheid in de wijken te verbeteren. En of wij onze medewerking hieraan konden verlenen. Zo is de BMS opgericht met deze bestuursleden. Later zijn Rob Snabel en Roland Reedijk toegetreden tot het bestuur. Rob is ons helaas in april 2020 ontvallen", vertelt Jaap.


Vestia werkte ook mee aan het nieuwe project, niet alleen met opdrachten maar voorzag ook in de huisvesting. Jaap: “Vestia stelde een pandje beschikbaar in de Pluvierstraat, dat we voor een schappelijke prijs konden huren.” Rond die tijd kwam ook de huidige directeur van de BMS, Martin den Boer, om de hoek kijken. “Ik heb nog wat staan verven en klussen daar”, lacht hij.

Martin kwam bij het vooruitstrevende Fokker vandaan, waar hij 17 jaar had gewerkt en onder meer opleidingen gaf. “Ik was een beetje de vreemde eend in de bijt. Ik ging van een groot bedrijf met hightech spullen naar vier man en een bakfiets. Het was wel heel leuk en het was echt een beetje pionieren in het begin”, weet Martin nog goed.


Ook moest de BMS in die beginperiode zijn plek vinden tussen de reguliere bedrijvigheid op Scheveningen. “Onze allereerste opdracht van de gemeente was het handmatig - daar lag echt de nadruk op - het handmatig schoonhouden van Duindorp. Het moest werk zijn dat niet arbeidsverdringend was. Dat was af en toe moeilijk in te vullen, wat is nu precies additioneel werk en waar ligt de grens. Maar uiteindelijk is de basis altijd gebleven dat we in ‘het schoonhouden van’ zitten. Denk aan graffiti of onkruid verwijderen” legt Martin uit. “Wij waren ook de eersten die rondreden met een hondenpoepzuiger. Dat doen we nu niet meer zo vaak, maar we hebben nu weer een machine om kauwgom te verwijderen. Die laat ieder kauwgommetje oplossen en daar blijft dan niets meer van achter.”

Martin vervolgt: “Voor Vestia houden we al sinds de beginperiode van de BMS de poorten schoon in Duindorp. Ook de Tesselweide hebben we in beheer. En in deze periode rijden we elke avond rond om los grofvuil op te halen. Dat deden we vorig jaar ook op speciaal verzoek van de gemeente. Alles wat brandgevaarlijk is, wordt weggehaald.”


Uiteindelijk groeide de BMS binnen enkele jaren behoorlijk. Op het hoogtepunt in 1999 had de BMS 29 medewerkers in dienst. Martin vervolgt: “Dat waren toen de zogenoemde Melkert-banen, gesubsidieerde banen. Daarna is de afbouw daarvan gekomen en zijn er heel veel mensen naar onder andere het Haags Werkbedrijf gegaan.” Per 1 januari 2012 is de BMS zelfstandig geworden. “Toen hebben we ook een vast team aangenomen. Wel vanuit de oude doelgroep. En met die ploeg van elf medewerkers zitten we nu nog steeds”, legt Martin uit.


Van de zeven buurtbeheermaatschappijen die in de jaren ‘90 door de gemeente zijn geïnitieerd, zijn alleen de BMS en de Buurtbeheer en Ontwikkeling Zeeheldenkwartier (BBOZ) over. Hierdoor zijn de grenzen van het werkgebied van de BMS ook verlegd. Martin: “In het begin hoefde je echt niet in het gebied van een ander buurtbeheer te komen, dan had je scheve gezichten. Dat is nu wel veranderd en we houden niet meer vast aan die grenzen. We zijn als een soort olievlek over heel Den Haag verspreid en hebben vanuit de verschillende stadsdelen een aantal jaaropdrachten. Dat kan alleen als je goed werk aflevert. We zien dat al die partijen blij zijn met ons en juist dat snelle schakelen dat wij doen, gewaardeerd wordt.”


“Het werk blijft het belangrijkste en ik denk dat dat ook wel de succesformule is geweest van de BMS”, zegt Jaap. “Er zijn ook een aantal medewerkers bij die waarschijnlijk wel hun pensioen gaan halen bij de BMS. Die zijn op een dusdanige leeftijd en werken er nu al 25 jaar. Ze zijn niet alleen aan het werk gegaan, maar hebben ook wat op kunnen bouwen. Daar zijn we wel trots op”, besluit Spaans.